Globalisering
In het gameteam 'de Futuristics' hebben we gekozen voor de trend Globalisering (of
mondialisering). Globalisering is een continu proces van mondiale economische,
politieke en culturele integratie. Verschillende economieën en culturen komen
dichter bij elkaar door de openstelling van grenzen, de mogelijkheden om
goederen en diensten snel te vervoeren en het gebruik van informatie- en
communicatietechnologie. Het gebruik van internet maakt het mogelijk om met één
klik contact te maken met de andere kant van de wereld.
Culturele diversiteit
Globalisering brengt de drijvende kracht culturele diversiteit met
zich mee. Door het vervagen van grenzen komt de mens steeds meer in contact met
mensen van verschillende culturele achtergronden. Migratie speelt hierbij een
belangrijke rol: rijke landen hebben een sterke 'pullfactor' doordat bedrijven
bijvoorbeeld zoeken naar hoogopgeleide mensen vanuit de gehele wereld.
Anderzijds is er een sterke 'pushfactor' vanuit arme landen waar mensen armoede
en oorlog proberen te ontvluchten richting welvarende landen. Het aantal mensen
geboren in het buitenland is in meer dan de helft van de OECD-landen (waaronder
ook Nederland) toegenomen naar boven de 10% in 2004. De toenemende immigratie
betekent dat scholieren gedurende hun gehele leven te maken krijgen met meer
mensen uit diverse culturele omgevingen (OECD, 2008). In Nederland heeft 19%
van de bevolking een niet-westerse achtergrond en in de vier grote steden
hebben het primair- en voortgezet
onderwijs meer dan 50% niet westerse leerlingen (CBS, 2007).
De impact van de toegenomen diversiteit in de samenleving is groot voor het
onderwijs, het stelt nieuwe eisen. Leerlingen hebben verschillende sociaal-culturele
achtergronden en de school heeft de urgente uitdaging om rekening te houden met
deze verschillen. Onderwijs dient voldoende aan te sluiten bij de
belevingswereld van alle leerlingen en een klassenklimaat te creëren waarin
alle leerlingen zich thuis en veilig voelen. Van scholen wordt verwacht dat ze
leerlingen toerusten voor participatie in een pluriforme samenleving (SLO,
2008). In een pluriforme samenleving bestaan verschillende sociale en culturele
subsystemen met elk eigen belangen waarbij sprake is van een zeker
machtsevenwicht. De Wet op Onderwijs (2006) onderstreept het belang van deze
veranderende samenleving. Deze wet stelt dat het onderwijs er mede van uitgaat
dat “leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving” en dat “leerlingen
kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen
van leeftijdgenoten". De Onderwijsraad (2016) stelt dat alle jongeren
voorbereid dienen te worden op de globaliserende maatschappij. De verschillende onderwijssectoren zouden
beter op elkaar afgestemd dienen te worden. In het algemeen stelt de raad dat
het primair- en voortgezet onderwijs hun strategische visie dienen te bepalen,
hetgeen in mindere mate geldt voor het hoger onderwijs. Alle jongeren dienen
’internationaal competent’ het onderwijs te verlaten wat hen kansrijker maakt
op de internationale arbeidsmarkt waar sprake is van hoge concurrentie,
ongeacht het opleidingsniveau.
Maatschappelijke ontwikkelingen:
Uit huidige ontwikkelingen op mondiaal en landelijk niveau valt op te maken
dat er veel maatschappelijke onrust ontstaat tussen mensen van verschillende
culturen en religies. Er is sprake van verharding in de wereld en de paus
waarschuwt Europa in de Spaanse krant El Pais voor opkomend
nationalisme en refereert daarbij aan de ontwikkeling die zich voor WO II
afspeelde waarbij de mens op zoek was naar de verlosser die hen beschermde
tegen het kwaad van buitenaf. Ook de ontwikkelingen met Trump als nieuwe leider
van de Verenigde Staten brengen onzekerheden met zich mee. Ook in Nederland,
waar de verkiezingen met rasse schreden naderen, is sprake van maatschappelijke
onrust. In de media wordt beschreven dat bepaalde politici inzetten op
polarisatie van culturen, waarbij het lijkt dat culturele groepen als zondebok worden
gezocht voor problemen in de huidige maatschappij. Van polarisatie is sprake
wanneer tegenstellingen tussen partijen of bevolkingsgroepen versterkt worden
of conflicten veroorzaakt worden. Platform Onderwijs 2032 (2016) wijst op de
kwetsbaarheid van tolerantie en verdraagzaamheid in een pluriforme samenleving.
Voor het primair onderwijs betekent dit dat leerlingen sociale en
maatschappelijke competenties op moeten doen en zich op gemeenschappelijke
waarden oriënteren. De school functioneert als gemeenschap en is de belangrijke
oefenplaats voor leerlingen.
De grenzen van de maatschappelijke opdracht
De vraag die opkomt is in hoeverre het onderwijs zich dient te gaan richten
op de huidige maatschappelijke thema's zoals polarisatie en integratie
aangaande de pluriforme samenleving. De Onderwijsraad (2008) merkt op dat
steeds meer maatschappelijke zaken op het bord van het onderwijs komen te liggen.
De sector lijkt steeds meer medeverantwoordelijk voor allerlei zaken zoals
gezonde voeding, veiligheid en het voorkomen van segregatie. Wanneer er sprake
blijkt te zijn van taakverzwaring is het in het belang van
onderwijsinstellingen hun grenzen te bepalen waarbij de drie wettelijk
vastgelegde taken, kwalificatie, persoonsvorming en socialisatie (voorbereiden
op deelname aan de maatschappij), de hoofdmoot zijn. Alle andere taken zijn
aanvullend en onderwijsinstellingen dienen zich af te vragen of zij daar de
aangewezen instantie voor zijn. Afhankelijk van de schoolvisie, het leerplan en
de aanwezige voorzieningen dienen zij zelf te bepalen waar deze grenzen
liggen. De Onderwijsraad (2016) stelt dat het internationaal competent
zijn de drie wettelijk vastgelegde taken zeker wel raakt, zij hebben allen
internationale dimensies. De raad bepleit het structureel vormgeven van
internationalisering in het onderwijs, bijvoorbeeld middels sector
overstijgende leerlijnen voor Engels en wereldoriëntatie. Het Sociaal en
Cultureel Planbureau (2005) wijst ook op het belang van het primaire proces van
het onderwijs maar merkt daarnaast op dat het onderwijs niet uit moet gaan van
het oplossen van maatschappelijke problemen. Het primair en het voortgezet
onderwijs moeten de taken van ouders of jeugdhulpverlening niet overnemen. In
het algemeen kan gesteld worden dat het echter niet makkelijk is om duidelijk
grenzen te stellen en dat deze in hoge mate situatieafhankelijk is. Scholen in
het P.O. en V.O. hoeven de ontwikkelingen in de maatschappij niet af te wachten
en kunnen zelf actief accenten leggen door te bepalen waar zij als school voor
willen staan. Bregman (2015) van de Correspondent adviseert leraren zich
niet te focussen op hetgeen trendwatchers aangeven. Het onderwijs dient zelf te
bepalen op basis van welke waarden en idealen de samenleving vorm gegeven kan
worden. Leraren hebben een grote invloed op de maatschappij, zij kunnen zelf de
maatschappij sturen en creëren in plaats van andersom.
Drijvende krachten:
Kramer (2011) beschrijft cultuurrelativisme en cultuurabsolutisme als
doorgeschoten denkbeelden die een goede dialoog over verschillen en
overeenkomsten in de weg staan. Pluralisme leidt tot een meer dynamische blik
waarbij de mens centraal staat. Ieder mens maakt zelf keuzes met aspecten uit
diverse culturen die ieders identiteit bepalen. De nadruk komt dan te liggen op
de participatie aan een groep, een organisatie of samenleving. ‘Verschillend
zijn’ en er tegelijkertijd ‘bij horen’ kunnen zo samengaan. Platform Onderwijs
2032 (2016) merkt het belang van leren over cultuuruitingen in andere landen op.
Ook kennismaking met religie, als aspect van cultuur, behoort daartoe. Het
pluralisme is een wijze van maatschappelijke en culturele vormgeving die ik van
belang vind in het onderwijs.
In mijn huidige onderwijsomgeving zitten bijna alleen ‘blanke kinderen’ die
hun beeldvorming van culturele diversiteit vooral lijken te maken op basis van
hetgeen hun sociale omgeving (ouders, media en sociale media) hen meegeeft. Zij
zien weinig culturele diversiteit in hun schoolomgeving maar zij zullen daar
als toekomstige wereldburgers wel mee te maken krijgen. Van de andere kant zijn
er ook veel scholen waar veelal niet-westerse kinderen aan het onderwijs
deelnemen en voor deze leerlingen geldt hetzelfde. De vraag is hoe aandacht
voor culturele diversiteit een betere plaats kan krijgen in het hedendaagse
onderwijs.
Hieronder verschillende drijvende krachten en extremen die mijn denkproces
hebben gevormd binnen de trend globalisering.
Extreme
|
Drijvende
krachten
|
Extreme
|
Cultuurrelativisme
|
Cultuur
|
Cultuurabsolutisme
|
Pluralisme
|
Culturele
diversiteit
|
Monisme
|
Pluralisme
|
Culturele
diversiteit
|
Polarisatie
|
Integreren
|
Sociaal
maatschappelijk
|
Assimileren
|
Extreem
links
|
Politieke
keuze
|
Extreem
rechts
|
Informeel
leren
|
Leven
Lang leren
|
Formeel
leren
|
Social
media
|
Leermiddelen
|
Methodes
|
Maatschappelijk
kritisch
|
Mediawijsheid
|
What you
see is what you get
|
Mondiaal
|
Cultureel
onderwijs
|
Regionaal
|
Formatief
|
Toetsing
|
Summatief/gestandaardiseerd
|
Drijvende krachten toepasbaar voor het
Primair onderwijs:
De drijvende kracht die mij interessant lijkt is mediawijsheid gekoppeld
aan culturele diversiteit met de extremen pluralisme en polarisatie. Het
onderwijs dient ertoe bij te dragen dat pluralisme versterkt wordt en
polarisatie verminderd wordt. Het gebruik van sociale media kan daar een grote
invloed op hebben. De algoritmes van sites als facebook, twitter e.d. zorgen in
toenemende mate voor het verkrijgen van informatie die polariserend zou kunnen
werken, de impact van deze digitale platformen wordt steeds groter in ons
leven. Hoe gaan we in de toekomst om met het gebruik van sociale media? Het is
voor toekomstige wereldburgers belangrijk om te leren omgaan met feitelijke
basiskennis tegenover kennis gehaald uit social media (weblogs, wikipedia e.d.).
Mogelijk scenariosjabloon:
Literatuur:
Bregman, R. (2015).
Oproep aan alle leraren: stop met luisteren naar trendwatchers. Amsterdam: De
Correspondent. Geraadpleegd op 27 januari
2017 via https://decorrespondent.nl/2077/oproep-aan-alle-leraren-stop-met-luisteren-naar-trendwatchers/692796869193-c0614e57
Kramer, J. (2011). Drie
ismes: cultuurrelativisme, cultuurabsolutisme en pluralisme. De Academie
voor Organisatiecultuur. Geraadpleegd op 28 januari 2017
via
OECD.
(2008). Vormgevende trends binnen het onderwijs. (‘Trends shaping education’,
vertaald door
KPC-groep).
Onderwijsraad
(2008). Onderwijs en maatschappelijke verwachtingen. Den Haag: Onderwijsraad.
Onderwijsraad
(2016). Internationaliseren met ambitie. Den Haag: Onderwijsraad.
Platform
Onderwijs2032 (2016). Ons Onderwijs2032: Eindrapport. Den Haag: Auteur.
SLO
(2008). Omgaan met culturele diversiteit in het onderwijs. Enschede: SLO
Turkenburg,
M. (2005). Grenzen aan de maatschappelijke opdracht van de school. Een
verkenning.
Den Haag: Sociaal en Cultureel
Planbureau.
feedback Petra
Dag René,
BeantwoordenVerwijderenJe hebt al peerfeedback ontvangen. Ik kon alleen niet terugvinden hoe je deze waardeert/kan plaatsen. Daar zou je via een ingevoegde reactie iets meer over kunnen zeggen. Wat ik zelf nog kan toevoegen is het volgende:
Je hebt voor een blog een prettige schrijfstijl, het leest gemakkelijk en is logisch opgebouwd. Leuk om te zien dat je ook bronnen benut die door ons allen tijdens de quest gedeeld worden.
Je beschrijft de de trend Globalisering en je gaat dan over op een drijvende kracht en expliciteert daarmee de trend nog meer. Ook koppel je op dat moment de maatschappelijke opdracht aan de trend en de drijvende kracht. Later kom je op nog een drijvende kracht (kopje), wellicht had je dat tegelijk met de andere drijvende kracht kunnen behandelen om de opbouw nog logischer te maken. Je sluit af met een alinea over de toepasbaarheid van de drijvende kracht die jij interessant vind. Hier had je nog meer op in kunnen gaan. Waarom is de trend allereerst van belang voor het PO en de andere sectoren en met welk argument(en) overtuig je de ander waarom deze trend met bijbehorende drijvende krachten echt relevant zijn om te onderzoeken. Je zegt hier zeker wel e.e.a. over (m.n. bij de maatschappelijke opdracht), maar het zou bij de afsluitende alinea nog eens onderstreept mogen worden.
M.b.t. de uitspraak dat onderwijs zich alleen hoeft te beperken tot kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming maak je het jezelf lastig. Je zegt zelf ook dat dit lastiger is dan het klinkt, maar juist de twee laatsten kunnen de grenzen van de opdracht aardig oprekken! Komt dit uit het rapport van de onderwijsraad overigens of van Biesta?
Een goed begin om door te ‘bouwen’ in de volgende quest. May the odds be ever in your favour!
Hoi Claske,
BeantwoordenVerwijderende feedback van Petra heb ik nog deels mee kunnen nemen in mijn uitwerking.Mijn blog is redelijk 'sectorbreed' geschreven en heb alsnog meer focus op het P.O. kunnen leggen. Voor de volgende Quest zal dat nog veel meer belang gaan zijn. De feedback kan ik meenemen in het zoeken naar de juiste bronnen. W.b.de uitgiftedatum van de bronnen had ik al wel actuele bronnen gebruikt, maar merendeels ook wat oudere, deels ook ingegeven door het OESO rapport van 2008.
De laatste drijvende kracht had ik logischerwijze inderdaad beter kunnen koppelen aan de voorgaande trend/krachten, nu staat deze teveel op zichzelf. De afsluitende alinea mist nog de nodige diepgang die ik in Q2 beter wil gaan uitwerken. Het is echter nog de vraag of ik vanuit deze insteek werk, vandaar dat het i.m.o. nog niet nodig was deze uit te werken. Het waren ook mijn gedachtenkronkels voordat we samen tot het sjabloon kwamen.
De uitspraak betreffende de beperking voor het onderwijs is voor mij meer ter bewustwording waar je bij de uitwerking van een scenario rekening mee kunt houden. Het is goed af te wegen in hoeverre de rol van de school gaat. Ik zou me er niet door willen laten beperken, maar realisme is ook op zijn plek. Vandaar de opmerkingen die stellen dat scholen zelf dienen te bepalen waar zij voor kunnen kiezen, hetgeen in sterke mate afhankelijk is van de situatie.Het zelf bepalen waar een school/sector voor wil staan is in mijn beleving een hele interessante! Laat dat maar aan het onderwijs over!