maandag 30 januari 2017

RENÉ Quest 1

Quest 1 René Schreuder

Globalisering
In het gameteam 'de Futuristics' hebben we gekozen voor de trend Globalisering (of mondialisering). Globalisering is een continu proces van mondiale economische, politieke en culturele integratie. Verschillende economieën en culturen komen dichter bij elkaar door de openstelling van grenzen, de mogelijkheden om goederen en diensten snel te vervoeren en het gebruik van informatie- en communicatietechnologie. Het gebruik van internet maakt het mogelijk om met één klik contact te maken met de andere kant van de wereld.

Culturele diversiteit
Globalisering brengt de drijvende kracht culturele diversiteit met zich mee. Door het vervagen van grenzen komt de mens steeds meer in contact met mensen van verschillende culturele achtergronden. Migratie speelt hierbij een belangrijke rol: rijke landen hebben een sterke 'pullfactor' doordat bedrijven bijvoorbeeld zoeken naar hoogopgeleide mensen vanuit de gehele wereld. Anderzijds is er een sterke 'pushfactor' vanuit arme landen waar mensen armoede en oorlog proberen te ontvluchten richting welvarende landen. Het aantal mensen geboren in het buitenland is in meer dan de helft van de OECD-landen (waaronder ook Nederland) toegenomen naar boven de 10% in 2004. De toenemende immigratie betekent dat scholieren gedurende hun gehele leven te maken krijgen met meer mensen uit diverse culturele omgevingen (OECD, 2008). In Nederland heeft 19% van de bevolking een niet-westerse achtergrond en in de vier grote steden hebben het primair-  en voortgezet onderwijs meer dan 50% niet westerse leerlingen (CBS, 2007).

De impact van de toegenomen diversiteit in de samenleving is groot voor het onderwijs, het stelt nieuwe eisen. Leerlingen hebben verschillende sociaal-culturele achtergronden en de school heeft de urgente uitdaging om rekening te houden met deze verschillen. Onderwijs dient voldoende aan te sluiten bij de belevingswereld van alle leerlingen en een klassenklimaat te creëren waarin alle leerlingen zich thuis en veilig voelen. Van scholen wordt verwacht dat ze leerlingen toerusten voor participatie in een pluriforme samenleving (SLO, 2008). In een pluriforme samenleving bestaan verschillende sociale en culturele subsystemen met elk eigen belangen waarbij sprake is van een zeker machtsevenwicht. De Wet op Onderwijs (2006) onderstreept het belang van deze veranderende samenleving. Deze wet stelt dat het onderwijs er mede van uitgaat dat “leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving” en dat “leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten". De Onderwijsraad (2016) stelt dat alle jongeren voorbereid dienen te worden op de globaliserende maatschappij.  De verschillende onderwijssectoren zouden beter op elkaar afgestemd dienen te worden. In het algemeen stelt de raad dat het primair- en voortgezet onderwijs hun strategische visie dienen te bepalen, hetgeen in mindere mate geldt voor het hoger onderwijs. Alle jongeren dienen ’internationaal competent’ het onderwijs te verlaten wat hen kansrijker maakt op de internationale arbeidsmarkt waar sprake is van hoge concurrentie, ongeacht het opleidingsniveau.

Maatschappelijke ontwikkelingen:
Uit huidige ontwikkelingen op mondiaal en landelijk niveau valt op te maken dat er veel maatschappelijke onrust ontstaat tussen mensen van verschillende culturen en religies. Er is sprake van verharding in de wereld en de paus waarschuwt Europa in de Spaanse krant El Pais voor opkomend nationalisme en refereert daarbij aan de ontwikkeling die zich voor WO II afspeelde waarbij de mens op zoek was naar de verlosser die hen beschermde tegen het kwaad van buitenaf. Ook de ontwikkelingen met Trump als nieuwe leider van de Verenigde Staten brengen onzekerheden met zich mee. Ook in Nederland, waar de verkiezingen met rasse schreden naderen, is sprake van maatschappelijke onrust. In de media wordt beschreven dat bepaalde politici inzetten op polarisatie van culturen, waarbij het lijkt dat culturele groepen als zondebok worden gezocht voor problemen in de huidige maatschappij. Van polarisatie is sprake wanneer tegenstellingen tussen partijen of bevolkingsgroepen versterkt worden of conflicten veroorzaakt worden. Platform Onderwijs 2032 (2016) wijst op de kwetsbaarheid van tolerantie en verdraagzaamheid in een pluriforme samenleving. Voor het primair onderwijs betekent dit dat leerlingen sociale en maatschappelijke competenties op moeten doen en zich op gemeenschappelijke waarden oriënteren. De school functioneert als gemeenschap en is de belangrijke oefenplaats voor leerlingen.

De grenzen van de maatschappelijke opdracht
De vraag die opkomt is in hoeverre het onderwijs zich dient te gaan richten op de huidige maatschappelijke thema's zoals polarisatie en integratie aangaande de pluriforme samenleving. De Onderwijsraad (2008) merkt op dat steeds meer maatschappelijke zaken op het bord van het onderwijs komen te liggen. De sector lijkt steeds meer medeverantwoordelijk voor allerlei zaken zoals gezonde voeding, veiligheid en het voorkomen van segregatie. Wanneer er sprake blijkt te zijn van taakverzwaring is het in het belang van onderwijsinstellingen hun grenzen te bepalen waarbij de drie wettelijk vastgelegde taken, kwalificatie, persoonsvorming en socialisatie (voorbereiden op deelname aan de maatschappij), de hoofdmoot zijn. Alle andere taken zijn aanvullend en onderwijsinstellingen dienen zich af te vragen of zij daar de aangewezen instantie voor zijn. Afhankelijk van de schoolvisie, het leerplan en de aanwezige voorzieningen dienen zij zelf te bepalen waar deze grenzen liggen. De Onderwijsraad (2016) stelt dat het internationaal competent zijn de drie wettelijk vastgelegde taken zeker wel raakt, zij hebben allen internationale dimensies. De raad bepleit het structureel vormgeven van internationalisering in het onderwijs, bijvoorbeeld middels sector overstijgende leerlijnen voor Engels en wereldoriëntatie. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (2005) wijst ook op het belang van het primaire proces van het onderwijs maar merkt daarnaast op dat het onderwijs niet uit moet gaan van het oplossen van maatschappelijke problemen. Het primair en het voortgezet onderwijs moeten de taken van ouders of jeugdhulpverlening niet overnemen. In het algemeen kan gesteld worden dat het echter niet makkelijk is om duidelijk grenzen te stellen en dat deze in hoge mate situatieafhankelijk is. Scholen in het P.O. en V.O. hoeven de ontwikkelingen in de maatschappij niet af te wachten en kunnen zelf actief accenten leggen door te bepalen waar zij als school voor willen staan. Bregman (2015) van de Correspondent adviseert leraren zich niet te focussen op hetgeen trendwatchers aangeven. Het onderwijs dient zelf te bepalen op basis van welke waarden en idealen de samenleving vorm gegeven kan worden. Leraren hebben een grote invloed op de maatschappij, zij kunnen zelf de maatschappij sturen en creëren in plaats van andersom.

Drijvende krachten:
Kramer (2011) beschrijft cultuurrelativisme en cultuurabsolutisme als doorgeschoten denkbeelden die een goede dialoog over verschillen en overeenkomsten in de weg staan. Pluralisme leidt tot een meer dynamische blik waarbij de mens centraal staat. Ieder mens maakt zelf keuzes met aspecten uit diverse culturen die ieders identiteit bepalen. De nadruk komt dan te liggen op de participatie aan een groep, een organisatie of samenleving. ‘Verschillend zijn’ en er tegelijkertijd ‘bij horen’ kunnen zo samengaan. Platform Onderwijs 2032 (2016) merkt het belang van leren over cultuuruitingen in andere landen op. Ook kennismaking met religie, als aspect van cultuur, behoort daartoe. Het pluralisme is een wijze van maatschappelijke en culturele vormgeving die ik van belang vind in het onderwijs.
In mijn huidige onderwijsomgeving zitten bijna alleen ‘blanke kinderen’ die hun beeldvorming van culturele diversiteit vooral lijken te maken op basis van hetgeen hun sociale omgeving (ouders, media en sociale media) hen meegeeft. Zij zien weinig culturele diversiteit in hun schoolomgeving maar zij zullen daar als toekomstige wereldburgers wel mee te maken krijgen. Van de andere kant zijn er ook veel scholen waar veelal niet-westerse kinderen aan het onderwijs deelnemen en voor deze leerlingen geldt hetzelfde. De vraag is hoe aandacht voor culturele diversiteit een betere plaats kan krijgen in het hedendaagse onderwijs.

Hieronder verschillende drijvende krachten en extremen die mijn denkproces hebben gevormd binnen de trend globalisering.
 Extreme 
 Drijvende krachten
 Extreme
 Cultuurrelativisme
Cultuur
 Cultuurabsolutisme
 Pluralisme
Culturele diversiteit
 Monisme
Pluralisme
Culturele diversiteit
 Polarisatie
Integreren
Sociaal maatschappelijk
Assimileren
Extreem links
Politieke keuze
Extreem rechts
Informeel leren
 Leven Lang leren
 Formeel leren
Social media
Leermiddelen
Methodes
Maatschappelijk kritisch
Mediawijsheid
What you see is what you get
Mondiaal
Cultureel onderwijs
Regionaal
 Formatief
Toetsing
 Summatief/gestandaardiseerd

Drijvende krachten toepasbaar voor het Primair onderwijs:
De drijvende kracht die mij interessant lijkt is mediawijsheid gekoppeld aan culturele diversiteit met de extremen pluralisme en polarisatie. Het onderwijs dient ertoe bij te dragen dat pluralisme versterkt wordt en polarisatie verminderd wordt. Het gebruik van sociale media kan daar een grote invloed op hebben. De algoritmes van sites als facebook, twitter e.d. zorgen in toenemende mate voor het verkrijgen van informatie die polariserend zou kunnen werken, de impact van deze digitale platformen wordt steeds groter in ons leven. Hoe gaan we in de toekomst om met het gebruik van sociale media? Het is voor toekomstige wereldburgers belangrijk om te leren omgaan met feitelijke basiskennis tegenover kennis gehaald uit social media (weblogs, wikipedia e.d.).

Mogelijk scenariosjabloon:

 










Literatuur:

Bregman, R. (2015). Oproep aan alle leraren: stop met luisteren naar trendwatchers. Amsterdam: De

Kramer, J. (2011). Drie ismes: cultuurrelativisme, cultuurabsolutisme en pluralisme. De Academie
            voor Organisatiecultuur. Geraadpleegd op 28 januari 2017 via 

OECD. (2008). Vormgevende trends binnen het onderwijs. (‘Trends shaping education’, vertaald door
                    KPC-groep).
Onderwijsraad (2008). Onderwijs en maatschappelijke verwachtingen. Den Haag: Onderwijsraad.

Onderwijsraad (2016). Internationaliseren met ambitie. Den Haag: Onderwijsraad.

Platform Onderwijs2032 (2016). Ons Onderwijs2032: Eindrapport. Den Haag: Auteur.

SLO (2008). Omgaan met culturele diversiteit in het onderwijs. Enschede: SLO

Turkenburg, M. (2005). Grenzen aan de maatschappelijke opdracht van de school. Een verkenning.

            Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.



feedback Petra


2 opmerkingen:

  1. Dag René,
    Je hebt al peerfeedback ontvangen. Ik kon alleen niet terugvinden hoe je deze waardeert/kan plaatsen. Daar zou je via een ingevoegde reactie iets meer over kunnen zeggen. Wat ik zelf nog kan toevoegen is het volgende:
    Je hebt voor een blog een prettige schrijfstijl, het leest gemakkelijk en is logisch opgebouwd. Leuk om te zien dat je ook bronnen benut die door ons allen tijdens de quest gedeeld worden.
    Je beschrijft de de trend Globalisering en je gaat dan over op een drijvende kracht en expliciteert daarmee de trend nog meer. Ook koppel je op dat moment de maatschappelijke opdracht aan de trend en de drijvende kracht. Later kom je op nog een drijvende kracht (kopje), wellicht had je dat tegelijk met de andere drijvende kracht kunnen behandelen om de opbouw nog logischer te maken. Je sluit af met een alinea over de toepasbaarheid van de drijvende kracht die jij interessant vind. Hier had je nog meer op in kunnen gaan. Waarom is de trend allereerst van belang voor het PO en de andere sectoren en met welk argument(en) overtuig je de ander waarom deze trend met bijbehorende drijvende krachten echt relevant zijn om te onderzoeken. Je zegt hier zeker wel e.e.a. over (m.n. bij de maatschappelijke opdracht), maar het zou bij de afsluitende alinea nog eens onderstreept mogen worden.
    M.b.t. de uitspraak dat onderwijs zich alleen hoeft te beperken tot kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming maak je het jezelf lastig. Je zegt zelf ook dat dit lastiger is dan het klinkt, maar juist de twee laatsten kunnen de grenzen van de opdracht aardig oprekken! Komt dit uit het rapport van de onderwijsraad overigens of van Biesta?
    Een goed begin om door te ‘bouwen’ in de volgende quest. May the odds be ever in your favour!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Claske,
    de feedback van Petra heb ik nog deels mee kunnen nemen in mijn uitwerking.Mijn blog is redelijk 'sectorbreed' geschreven en heb alsnog meer focus op het P.O. kunnen leggen. Voor de volgende Quest zal dat nog veel meer belang gaan zijn. De feedback kan ik meenemen in het zoeken naar de juiste bronnen. W.b.de uitgiftedatum van de bronnen had ik al wel actuele bronnen gebruikt, maar merendeels ook wat oudere, deels ook ingegeven door het OESO rapport van 2008.
    De laatste drijvende kracht had ik logischerwijze inderdaad beter kunnen koppelen aan de voorgaande trend/krachten, nu staat deze teveel op zichzelf. De afsluitende alinea mist nog de nodige diepgang die ik in Q2 beter wil gaan uitwerken. Het is echter nog de vraag of ik vanuit deze insteek werk, vandaar dat het i.m.o. nog niet nodig was deze uit te werken. Het waren ook mijn gedachtenkronkels voordat we samen tot het sjabloon kwamen.
    De uitspraak betreffende de beperking voor het onderwijs is voor mij meer ter bewustwording waar je bij de uitwerking van een scenario rekening mee kunt houden. Het is goed af te wegen in hoeverre de rol van de school gaat. Ik zou me er niet door willen laten beperken, maar realisme is ook op zijn plek. Vandaar de opmerkingen die stellen dat scholen zelf dienen te bepalen waar zij voor kunnen kiezen, hetgeen in sterke mate afhankelijk is van de situatie.Het zelf bepalen waar een school/sector voor wil staan is in mijn beleving een hele interessante! Laat dat maar aan het onderwijs over!

    BeantwoordenVerwijderen