zondag 29 januari 2017

DENISE Quest 1 individuele opdracht

Quest 1 Trends shaping the future
Individuele opdracht door Denise Kerbusch (2831678)

Zoals we van de MLI kunnen verwachten, is ook de LA4-trein met grote snelheid vertrokken en dendert inmiddels alweer 3 weken voort. Veel informatie die we snel eigen moeten maken om mee te kunnen in ‘the game’. Pittig, maar wederom interessant. Het deel uitmaken van een gameteam zorgt er aan de ene kant voor dat je de trein misschien makkelijker bij houdt. Aan de andere kant merk ik ook dat ik er wat zenuwachtig van wordt. Doordat ik vier dagen voor de klas sta, kan ik in het weekend pas goed tij voor de MLI maken en dan zie ik op dinsdag alweer de eerste berichten op de app verschijnen. Gelukkig is hier begrip voor vanuit het gameteam en ben ik niet de enige die af en toe ruzie heeft met ‘de tijd’. Voor quest 1 heb ik feedback gevraagd aan collega’s binnen mijn eigen school, iemand die curricula ontwikkeld voor het vmbo en peer René uit ons eigen gameteam. Op het moment van inleveren van deze quest heb ik nog geen feedback ontvangen, of te laat om nog te kunnen verwerken. Ik ga het zeker meenemen in de rest van de challange. Participeren in onderwijsinnovatie-trajecten zie ik als een uitdaging. Ik heb er nog niet echt een beeld van hoe me dat gaat lukken. Delen zie ik als een eerste stap hierin.

Globalisering
Een verkenning vanuit de trend ‘globalisering’. Wat houdt globalisering in? Waarom is globalisering een belangrijke trend voor het onderwijs? Een leven lang leren, sociale en culturele vaardigheden en polarisatie. Vragen worden beantwoord waarnaast ook weer nieuwe vragen ontstaan. Een mooi vertrekpunt waarop mijn kennis en inzichten gedurende dit LA zich verder kan uitbouwen.

Wat houdt de trend in?
Globalisering, met de hele wereld samenwerkenals gevolg van de snelheid waarmee we internationaal kunnen reizen en communiceren, vermindert het besef van de afstand die landen en gemeenschappen scheidt en wordt de wereld kleiner, grenzen vervagen. Samen verantwoordelijk voor problemen. Hele bevolkingsgroepen zijn in beweging, wat leidt tot verstrekkende gevolgen voor de mix die ontstaat van mensen en culturen op plaatsen waar ze zich vestigen (OECD, 2008).

Waarom is globalisering een belangrijke trend voor het onderwijs?
De statische industriële samenleving met standaardproducten en dominerende maakindustrieën is aan het verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt een dynamische kennisindustrie. Er is een enorme variatie in producten die steeds sneller worden vernieuwd en uitgebreid. Snel kunnen aanpassen, flexibele taakomschrijving zijn kwaliteiten waar toekomstige medewerkers aan moeten voldoen. In staat zijn werk uit te voeren dat niet routinematig is, maar dat vraagt om flexibiliteit en creativiteit. Onderwijs dient jongeren voor te bereiden op het functioneren in de samenleving, niet alleen als lerende, maar ook als werknemer en burger en moet snel kunnen inspelen op de dynamiek in de samenleving. Dit is een ingewikkelde taak omdat moeilijk te voorspellen is welke technologieën, vaardigheden en kennis nodig zijn in toekomstige beroepen. Over de generieke vaardigheden die jongeren nodig hebben om in de informatiesamenleving te kunnen functioneren, ontstaat wereldwijd steeds meer overeenstemming. Hieraan kan en moet het onderwijs bij kan dragen (SLO, 2011). De vraag is echter hoe kunnen deze vaardigheden in het huidige onderwijs geïntegreerd worden? Volstaat het om accententen te verleggen of moeten bestaande onderdelen worden vervangen of herschreven, of moeten ze verdwijnen?

De onderwijsraad (2016) vindt dat alle jongeren ‘internationaal competent’ (in oriëntatie, kennis, communiceren, reflecteren en samenwerken) moeten worden zodat zij kansrijker worden op de (inter)nationale arbeidsmarkt, omdat hier de concurrentie toeneemt. Op dit moment heeft alleen nog het hoger onderwijs hier een visie op. Een inhaalslag is nodig in het po, vmbo en mbo. Internationaal competent zijn is voor iedereen belangrijk, ongeacht opleidingsniveau of beroepskeuze. Wanneer hierop niet goed wordt ingespeeld, kan dit tot ongelijke kansen leiden tussen leerlingen van verschillende schoolsoorten. Om ervoor te kunnen zorgen dat iedereen het onderwijs internationaal competent verlaat, komt de onderwijsraad met drie aanbevelingen:
1.     Internationalisering structureel inbedden in het bestaande onderwijs in (waarbij extra aandacht voor sector-overstijgende leerlijnen voor Engels en wereldoriëntatie)
2.     Het bereik van internationalisering vergroten door inzet in alle sectoren en schoolsoorten en het stimuleren van verdieping
3.     Randvoorwaarden voor internationalisering op orde brengen (investeren in geschikte lesmaterialen, docenten)
Zonder weet te hebben van wat elders speelt of gebeurt, kan je eigen wereld (buurt, stad, land) vaak niet meer begrepen worden.

Een kennissamenleving vereist het vermogen om vakoverstijgend te denken, kennis snel kunnen laten circuleren, kennis kunnen delen, bijdragen kunnen leveren aan de ontwikkeling van nieuwe kennis, gebruik kunnen maken van bestaande kennis, om kunnen gaan met de snelle kennisgroei, de snelle kennisgroei snel productief kunnen maken, kunnen leren in en van netwerken, je als individu kritisch te kunnen verhouden tot snelle ontwikkelingen, een grensverleggende instelling hebben, analytisch, kritisch en reflectief kunnen denken, creativiteit enz. Houwers (2014) stelt dat er meer ‘competente rebellen’ moeten worden opgeleid. Het vermogen om op onbekend terrein grote problemen aan te kunnen pakken, moet iedere lerende kunnen ontwikkelen. (Bussemaker, 2014). Houwers (2014) komt met de volgende aanbevelingen:
·       Aanbieden van 21ste eeuwse competenties en vaardigheden. Manieren van denken, werken en wereldburgerschap. Instrumenten hiervoor zijn ICT- en informatievaardigheden. Aanbod van kennis, houding en vaardigheden moet gecombineerd aangeboden worden.
·       Zorg voor een innovatieve leeromgeving: coöperatief leren, onderzoeksmatige aanpak, service-learning, formatieve assessments. Waarbij de nadruk ligt op denkvaardigheden (hogere orde denken). Leren in realistische, authentieke contexten. Projectmatig-, probleemgeoriënteerd en ontwerpgericht leren.

Een leven lang leren
Academische scholing biedt tegenwoordig geen garantie meer op betaald werk of een zinvol leven volgens Dr Yong Zhao (2012). Volgens hem is het dan ook zinloos om uit te blijven gaan van uniforme curricula, ranglijsten, gestandaardiseerde toetsen, en het afrekenen van het hele onderwijssysteem aan het eind van de schoolperiode op één toetsmoment, waarbij bepaald wordt of je wel of niet je diploma krijgt. In een wereld van sterk verschillende samenlevingen welke door de hedendaagse logistiek en technologie sterk met elkaar verbonden zijn, leiden onze kinderen op voor banen die nog uitgevonden moeten worden. Hij concludeert dat de grote veranderingen die voortkomen uit de sterke bevolkingsgroei, technologie en globalisering een uitdaging vormen en tegelijkertijd kansen biedt aan creatieve en ondernemende mensen. Het opleiden van creatief en ondernemend talent, vereist een paradigmaverandering van werkgelegenheid gericht onderwijs naar levensecht ondernemend onderwijs. Ondersteund gepersonaliseerd leren ipv voorgeschreven curricula, een paar nuttige vaardigheden gericht op het ontwikkelen van individueel talent ipv het reduceren van diversiteit. Burgers moeten goed zijn opgeleid en moeten hun kennis en vaardigheden kunnen blijven ontwikkelen om mee te kunnen draaien in onze kenniseconomie (Onderwijsraad, 2003). De raad (2016) wil het leren in alle levensfasen stimuleren. Zij richten zich op het kunnen inhalen van onderwijs, bij de tijd blijven en vooruit komen in de samenleving, wisselingen in loopbaan en op de sociaal-culturele en persoonlijke functie. Het kunnen blijven ontwikkelen in algemene zin. Hierbij vindt de raad het ook belangrijk dat er niet alleen binnen schoolorganisaties geleerd kan worden. Kennis en vaardigheden die buiten het onderwijs verworven zijn, zouden beter benut kunnen worden.
In de politiek zoemt het mantra ‘leven lang leren’ al jaren, echter het lijkt maar niet van de grond te komen. Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, zegt in een uitzending van Eén Vandaag dat het te laat is om je pas te gaan ontwikkelen als je baan op de tocht staat. In een samenleving waarin verwacht wordt dat de komende jaren nog veel banen zullen verdwijnen door automatisering en robotisering zal je je continu moeten blijven ontwikkelen. De politiek heeft hierin een taak, maar ook het onderwijs. Kunnen vakopleidingen blijven bestaan in hun huidige vorm? Moeten we nog wel opleiden tot banen of moeten we opleiden tot ‘werk’? Moet deze verandering in onderwijs al plaatsvinden in het basisonderwijs of wordt dit vooral zichtbaar in de beroepsopleidingen?

Sociale en culturele vaardigheden
Netwerken kan over de hele wereld plaatsvinden en is niet meer landelijk of cultureel gebonden. Sociale en culturele vaardigheden zijn hiervoor van belang. Het inzicht hebben in elkaars culturen kan ervoor zorgen dat iedereen weet hoe om te kunnen gaan met deze verschillen op gepaste manieren. Zullen de culturen de komende jaren steeds meer versmelten? Volgens Boe, Lernhout & Sprangers (2011) nemen al steeds meer culturen producten en werkwijzen van elkaar over. Door de globalisering verandert de maatschappij. Wat kan het onderwijs hierin bieden? Nu, maar wat spannender is, hoe ziet dit onderwijs eruit in 2030?
Nu:
·       Mailen/skypen met de andere kant van de wereld.
·       Aandacht besteden aan landen die steeds groter worden (economisch, in mensenaantal).
·       Wat staat er in het schoolcurriculum over globalisering en sociale en culturele vaardigheden? Ga in discussie met je team.

2030:
·       Een uitdaging voor de The Futuristics?

Polarisatie binnen het onderwijs
Wat als polarisatie plaats vindt in je klas? Wat bied je leerlingen aan om om te leren gaan met polarisatie? Veel leerkrachten blijken inhoudelijk niet veel kennis te hebben over verschillende culturen en culturele achtergronden, hierdoor kunnen ze hier niet goed op inspelen en/of omgaan (Kleijwegt, 2016). Hoe belangrijk is het om respectvol met elkaar om te kunnen gaan, dat mensen op de hoogte zijn van de verschillende waarden en normen binnen verschillende culturen? Voor zowel mensen die in een verstedelijkt gebied leven waar de culturele diversiteit groter is als voor op plekken waar deze kleiner is, zoals op het platte land.

Drijvende krachten
Ik kwam op onderstaande drijvende krachten uit met hun extremen rond de door ons gameteam gekozen trend globalisering.

Drijvende krachten
Extreme van drijvende kracht ene richting
Extreme van drijvende kracht andere richting
Sociale anker
Individualisme
Verbondenheid
Sociale anker
Verstedelijking (afzondering, uitsluiting).
Leegloop op het platte land (sterke sociale banden).
Ongelijke groei van de wereldbevolking
Rijke landen vergrijzen.
Armere landen verjongen.
Wereldwijde ongelijkheid
Is investering in onderwijs en training dé manier om de concurrenten in eigen land voor te blijven? Voor het eigen land goed.
Versterking van de wereldwijde ongelijkheid?

Migratie (emigratie-immigratie)
Pushfactor
Pullfactor
Culturele diversiteit
Pluralistische samenleving; wat betekent multiculturaliteit in de praktijk? Wat moeten leerlingen leren om om te kunnen gaan met de toenemende culturele diversiteit? Wat is de rol van de school hierin? Pluralistisch (bestaan van verschillende sociale en culturele subsystemen in een samenleving).
Polarisatie (het veroorzaken van een conflict of het versterken van tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen)?
Leerproces
Aanleren van kennis.
Aanleren van vaardigheden en competenties.
Tegengaan van ongelijkheid (sociaal, cultureel)

Groot verschil
Klein verschil
Verschil in kansen
Groot verschil.
Klein verschil.
Milieu


Snelheid van de veranderende maatschappij:
Hoge snelheid.
Lage snelheid.
Aanbod in het curriculum
Internationale aspecten
Nationale aspecten
Aanbod in het curriculum
Lokaal
Wereldwijd
Leven lang leren
Leren voor werk
Leren voor een beroep
Leerplek
Plaatsgebonden leren
‘overal’ leren

De drijvende kracht die in mijn eigen situatie (PO) uitgewerkt zou kunnen worden:
Culturele diversiteit: We leven in een multiculturele samenleving. Door de steeds groter wordende migratiestroom zal dit de komende jaren alleen maar toenemen. Ik heb 10 jaar op een multiculturele basisschool gewerkt. Ongeveer 125 leerlingen met 19 verschillende nationaliteiten. Iedereen was met elkaars cultuur bekend en had hier respect voor. Er waren mooie discussies over waarom iets wel of niet mocht in een cultuur. Iedereen voelde zich vrij in het uiten van zijn eigen waarden en normen. Kinderen dachten na over hun eigen mening en standpunt hierin en pasten dit regelmatig aan door inzicht in de ander te krijgen. Je mag zijn wie je bent zolang je respect hebt voor een ander. Zo gingen bijvoorbeeld de lesbische ouders van een Nederlands meisje regelmatig bij de ouders van haar Marokkaanse vriendinnetje op bezoek. Daar waar grotere groepen met dezelfde culturele achtergrond aanwezig waren, zag je de contacten vooral tussen deze groepen plaatsvinden. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (2012) is dit overal terug te zien. Nu ik op een ‘wittere’ school werk, valt me pas op hoe weinig leerlingen van andere culturen weten en hoe oppervlakkig hun kennis hierin is. Dit geldt volgens mij voor zowel verschillende culturen als voor verschillende sociale achtergronden. Het zou mooi zijn als we eens wat meer in elkaars huiskamer kunnen komen. En zo meer begrip en respect voor elkaar kunnen krijgen. Dit raakt de drijvende kracht ‘het sociale anker’.

Leerproces: Aanleren van kennis tegenover aanleren van vaardigheden en competenties. Hiervoor heb ik nog niet echt een beeld hoe de overgang eruit zou kunnen zien. Moet er ook een overgang komen of kan de overstap in één keer? Die verandering in het leerproces zie ik zeker in het po. Hier wordt de basis gelegd en is die basis die we nu hebben nog toereikend?

In een scenariosjabloon zou dat er zo uit kunnen zien.


Link naar feedback van René.
 

Bronnen:
Boe, Lernhout & Sprangers (2011). Edushock. Breinoptimizer voor het leren in de toekomst.
Schiedam: Scriptum.
Bussemaker, J. (2014). Vaardigheden voor de toekomst. Geraadpleegd op 21-01-2017 via
Houwers, J. (2014). De 21ste eeuw campus. Onderwijs Innovatie dec 2014. Heerlen: OU.
Kleijwegt, M. (2016). 2 werelden, 2 werkelijkheden, hoe ga je daarmee om? Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
OECD. (2008). Vormgevende trends binnen het onderwijs. (‘Trends shaping education’, vertaald door
            KPC-groep).
Onderwijsraad (2003). Werk maken van een leven lang leren. Den Haag: Onderwijsraad.
Onderwijsraad (2016). Internationaliseren met ambitie. Den Haag: Onderwijsraad.
Onderwijsraad (2016). Leven lang leren. Den Haag: Onderwijsraad.
SLO (2011). De toekomst telt. Enschede: SLO
Yong Zhao (2012). World Class Learners. Geraadpleegd op 28-01-2017 via

1 opmerking:

  1. Dag Denise,
    Fijn dat je de blog persoonlijk inleidt, dat helpt straks ook een lezer die LA4 helemaal niet kent. Als je dan toch bezig bent, zou je ook heel kort de aanleiding/quest kunnen beschrijven, dan zit die lezer helemaal op het goede spoor.
    Heel goed, dat je het verzamelen van feedback van niet LA-4-peers meteen al hebt opgepakt. Voor het proces heel belangrijk, nu zullen we het nog even zonder hun reactie moeten doen, maar die volgt vast nog. Je hebt al wel feedback ontvangen van Rene. Ik mis daarbij de waardering van jou d.w.z. herken je wat hij zegt, wat kun je ermee/heb je ermee gedaan? Dat kan ik nu nog niet zien. Daar zou je via een ingevoegde reactie iets meer over kunnen zeggen. Ik deel de opmerkingen die Rene maakt grotendeels.
    De trend globalisering bouw je goed op van conceptueel en abstract, naar de impact op het onderwijs. Je koppelt hieraan de maatschappelijke opdracht en maakt onderscheid m.b.t. PO.
    Na de trend ga je over op een Leven lang leren en Soc-Cult vaardigheden. Zijn dit nu ook drijvende krachten, waarvan je onderaan ook een tabel hebt uitgewerkt? Deze (be)noem je namelijk niet zo, dus dat kan voor de lezer wat abrupt overkomen. Je maakt wel duidelijk wat deze ‘aspecten’ van doen hebben met globalisering en wat de impact weer is op het onderwijs.
    Tot slot doe je nog de suggestie een van de drijvende krachten uit te werken met als voorbeeld jouw PO-plek. Maar heb je ook een argument te kiezen voor de trend globalisering die voor alle sectoren interessant is en voor jouw eigen sector ook heel relevant?
    De opmerking van Rene mbt de grenzen van de maatschappelijke opdracht kan ik enerzijds plaatsen…. Je stelt voornamelijk vragen. Maar ik zou het geloof ik met een plusje waarderen, omdat je de opdracht met deze vragen juist ter discussie stelt. Ook ben je met deze vragen heel expliciet in de richting waarin jij denkt dat de discussie gevoerd moet worden.
    Een mooie stap in ieder geval om verder op in te gaan. May the odds be ever in your favour!

    BeantwoordenVerwijderen