zaterdag 8 april 2017

DENISE Aantonen pi’s LA4 d.m.v. aanpassing SWOT

Uit de feedback op mijn SWOT-analyse bleek dat de pi: ‘Overzien en beoordelen van de consequenties van (voorgestelde) ontwikkelingen voor de (onderwijs) praktijk van collega’s en hen hierin ondersteuning’, niet duidelijk naar voren kwam. En de maatschappelijke opdracht mocht meer naar voren komen. In mijn SWOT heb ik de huidige situatie concreet gemaakt, maar nog niet wat er gedaan moet worden om klaar te zijn voor 2030. Ook was het me niet gelukt input vanuit het team te krijgen. Dit laatste is wel een puntje bij mij en kwam ook al bij LA3 naar voren (zie link). Ik vind het best lastig om anderen om input/feedback te vragen voor opdrachten voor de MLI, omdat ik daarbij vaak het gevoel heb dat ik anderen hierbij belast (zie link). Dat ik nieuw ben op deze school en dus in dit team, maakt het er niet makkelijker op. Maar ook buiten mijn team feedback vragen vind ik om dezelfde reden lastig. Daar ben ik uiteraard wel aan aan het werken. Zo heb ik voor quest 1 meteen feedback gevraagd, zowel binnen als buiten mijn team. Vanuit mijn eigen team heb ik toen alleen te horen gekregen dat het moeilijke stof was, wel interessant, maar dat collega’s niet zo goed wisten hoe hier feedback op te geven. Vanuit het mbo heb ik toen wel input gekregen. Voor het groepsscenario heb ik feedback gevraagd aan de oud wethouder van cultuur van Breda. Hier kreeg ik heel lang geen reactie op, tot gisterenavond. Hij had het document dat ik gestuurd had niet kunnen openen, maar was alsnog bereid ernaar te kijken. Ik heb het opnieuw gestuurd met daarbij de uitnodiging voor de Challenge Day, wie weet is hij er maandag bij. Vanuit het team is verder geen feedback meer gekomen, maar na een mail waarin ik om een kimono vroeg die we op de Challenge Day willen gebruiken, kreeg ik ineens veel reacties. Collega’s waren nieuwsgierig naar wat het dan allemaal inhield. Hierdoor ontstonden gesprekjes waardoor ik aan zaken ging denken waar ik eerder niet bij stil had gestaan. Ook door aan de kinderen uit mijn groep 7 te vragen hoe zij dachten over bijvoorbeeld geen toetsen meer en overal kunnen leren, ging ik weer anders nadenken. Tot slot heb ik tijd in de bouwvergadering van afgelopen week gevraagd waarin ik ons toekomstscenario uitgelegd heb en aan de aanwezige collega’s gevraagd hoe zij zich dit binnen onze school voorstelden. Dit gaf voor mij meteen het duwtje in de rug om dit vaker te gaan doen. Collega’s werden enthousiast, anderen maakten zich zorgen. Het werd een boeiend gesprek waarin ik zelf mijn rol als MLI-er zag groeien. Mijn belangrijkste rol, is onderwijsvernieuwingen en inzichten geleidelijk het team binnen te brengen. En dit als een soort olievlek verspreiden. De dialoog lopende houden, collega’s nieuwsgierig maken en dan doorpakken. Een coalitie vormen, voor kartrekkers zorgen, steeds meer collega’s verzamelen die door willen en hierin willen investeren. En hiernaast collega’s die niet zo makkelijk mee kunnen of willen te ondersteunen. Uit de theorie van LA3 heb ik hiervoor de nodige handvatten gekregen.

Met de input die ik afgelopen week heb gekregen heb ik mijn SWOT nog eens bekeken en aangevuld met een beschrijving waarin de kwadranten ten opzichte van elkaar bekeken worden. Waardoor duidelijker wordt wat het scenario voor De Spoorzoeker betekent en welke stappen er genomen moet worden om dit te kunnen realiseren. Op de SWOT die ik al gemaakt had, heb ik vooralsnog geen feedback gekregen. Mocht ik dit nog voor maandag krijgen, dan zal ik dat alsnog verwerken in dit bericht.



De kwadranten ten opzichte van elkaar bekeken:
Talentontwikkeling is in de visie van De Spoorzoeker opgenomen. Op dit moment wordt dit gerealiseerd door zoveel mogelijk aan te sluiten op ieders persoonlijke behoefte. Door het inzetten van learning analytics, waarmee gepersonaliseerde leerroutes samengesteld kunnen worden, kan hier in de toekomst nog beter op ingespeeld worden. Dit zou betekenen dat de jaargroepen vervallen en leerlingen niet meer naar leeftijd maar naar behoefte ingedeeld worden. Een aantal leerkrachten kan niet wachten en zou dit het liefst morgen al invoeren, anderen geven aan dit spannend te vinden. Na al die jaren ineens anders te moeten gaan werken (vasthouden aan oude gewoontes). De vraag of ons gebouw hiervoor optimaal ingericht kan worden kwam ook naar voren. Hiervoor kan een werkgroep opgesteld worden die kan onderzoeken wat nodig is en hoe dat te realiseren is. Een bedreiging hierin is de financiële kant. Het bestuur moet 2 miljoen bezuinigen, dit wordt een extra uitdaging.
Het professionaliseringsbeleid dat op De Spoorzoeker gehanteerd wordt, kan ingezet worden om leerkrachten mee te nemen in de snel veranderende inzichten en ontwikkelingen op onderwijsgebied. Door dit efficiënt in te zetten kunnen coalities gevormd worden die vernieuwing als een olievlek over de school verspreiden. Collega’s die de werkdruk als hoog ervaren krijgen hierdoor voorbeelden van wat werkt en wat het oplevert, waardoor zij de stap richting de vernieuwing makkelijker kunnen maken. Aan het professionaliseringsbeleid is een vaststaand budget gekoppeld. Het leven lang leren zorgt ervoor dat leerkrachten zich kunnen blijven ontwikkelen. Voor de financiering hiervan zal echter een oplossing gezocht moeten worden, wellicht dat dit een politieke aangelegenheid wordt, daar alle onderwijsinstellingen en bedrijven hiermee te maken gaan krijgen.
Het feit dat er weinig variatie in de sociale- en culturele achtergrond zit, houdt in dat de kennis hieromtrent van buitenaf gehaald moet worden. Studiereizen kunnen hiervoor een uitkomst bieden. Flexibele lestijden en werkplekken maken het mogelijk dat deze daadwerkelijk gemaakt kunnen worden. Ook hier is de financiële kant een bedreiging. Wie gaat deze studiereizen bekostigen? Het samenwerken met verschillende landen van over de hele wereld maakt ook dat leerkrachten wereldburgers worden die burgerschap uitdragen door hun kennis over verschillende culturen en het overbrengen van het belang van een diverse sociaal-culturele samenleving.
Bij flexibele lestijden en werkplekken stelden collega’s terecht de vraag hoe dit te realiseren is in de huidige maatschappij? Hoe doen werkende ouders dat, waar laten ze hun kinderen? Ook hier zien we vasthouden aan oude gewoontes terug, want flexibele lestijden en werkplekken kunnen bijvoorbeeld een uitkomst bieden voor het fileprobleem. Dit brengt wel het punt ouders en misschien wel breder de maatschappij met zich mee. We moeten niet vergeten ouders heel geleidelijk mee te nemen in dit proces. Het mooist zou zijn wanneer we ouders mee kunnen laten denken in dit proces. Uit de innovatieanalyse van LA3 komt naar voren dat de school open staat om ouders te laten participeren in bepaalde werkgroepen. Dit is een kans voor De Spoorzoeker.  
Voor collega’s die de snelle ontwikkelingen niet bij kunnen houden, zal een oplossing gezocht moeten worden. Een leven lang leren kan hierin de uitkomst tot omscholing bieden.


Uit gesprekken met collega’s en leerlingen uit groep 7 kwam opvallend snel het onderdeel toetsen naar voren. Zelf had ik hier weinig aandacht aan besteed in mijn SWOT. Leerlingen gaven aan dat ze dan minder zouden leren. De meeste kinderen leren blijkbaar vooral als ze weten dat er een toets komt. Ouders vinden toetsen belangrijk omdat ze dan weten of hun kind het goed doet. Dit laatste is ook de belangrijkste reden voor een aantal leerkrachten om het toetsen niet af te schaffen. Hieruit ontstond een boeiende dialoog over het wel of niet toetsen. Hierin zie ik een mooie rol voor mij als MLI-er liggen. Theorie verzamelen en delen, van waaruit de dialoog aangegaan wordt. Dit is een stap waar vandaag al mee begonnen kan worden. Omdat een aantal leerkrachten het toetsen nog niet los kunnen of willen laten, zou deze aan zwaktes toegevoegd kunnen worden, echter ik heb ervoor gekozen dit onder 'vasthouden aan oude gewoontes' te laten vallen. Omdat leerlingen en ouders aangeven niet zonder toetsen te willen, heb ik ze onder bedreigingen geplaatst. 
De maatschappelijke opdracht van de school is nu al voor een groot deel gericht op burgerschapsvorming. In de toekomst zal dit meer richting 'wereldburgerschapsvorming' gaan. De leerkracht als wereldburger zal hier in een belangrijke voorbeeldfunctie in krijgen. Zo zal de focus voor leerkrachten niet alleen liggen op de veranderingen richting werkplek, coaching en inhoud, maar zeker ook op houding t.o.v. de wereld/internationale normen en waarden en participeren in internationale netwerken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten